Een tijdje terug had ik een coachingsgesprek met een cliënte van me en stukken van haar verhaal wil ik met haar toestemming graag met jullie delen. Niet alleen omdat haar verhaal veel indruk maakte op mij, maar ook omdat sommige (ex-)HG-ers zich hierin (deels) zullen herkennen. De persoon in kwestie wil graag anoniem blijven, dus zal ik haar hieronder A. noemen. En voor het geval dat je niet weet wat HG betekent, verwijs ik je naar deze informatie.

Vóór A. voor de eerste keer zwanger werd, was zij een bezig bijtje die naast haar fulltime baan ook op veel andere vlakken actief was. Ze deed vrijwilligerswerk, was een fanatiek paardrijdster en had een druk sociaal leven. Toen zij na een traject van vijf jaar vruchtbaarheidsbehandelingen uiteindelijk zwanger was, kon ze haar geluk niet op. Zelfs niet toen ze na twee weken misselijk begon te worden en soms moest overgeven. Want ja, dat hoorde er tenslotte bij, dacht ze, die ochtendmisselijkheid. Maar zoals bij zoveel HG-ers, werd de misselijkheid alomvattend en het overgeven dusdanig erg, dat ze bij 8 weken zwangerschap voor de eerste keer in het ziekenhuis werd opgenomen. Uitgedroogd en uitgeput. Een infuus om te rehydrateren en rust houden, zorgde ervoor dat ze terug naar huis mocht, maar het spugen ging wel gewoon door. De gynaecoloog schreef allerlei soorten medicatie voor, maar dit deed weinig tot niets. Tijdens haar zwangerschap bleef ze tot aan de bevalling (bij net 40 weken zwangerschap) misselijk en het overgeven werd na 26 weken weliswaar wat minder, maar toch nog steeds dagelijks. En bij die ene opname is het dan ook niet gebleven, want er volgden er daarna nog zeven.

Hoe goed haar familie en vooral haar man ook voor haar zorgden tijdens de zwangerschap, het haalde de scherpe kantjes niet af van de zwarte wolk die ze had ervaren. En ook niet van het schuldgevoel dat ze daardoor richting haar kindje had ontwikkeld. Zo lang zoveel moeite hebben gedaan om zwanger te worden en toch, zo vertelde A. me tijdens een van onze gesprekken, had ze gebeden om een miskraam. Ze had dit nog nooit aan iemand verteld, zelfs niet aan haar man. Toen ik haar aangaf dat wel meer HG-zwangeren dit op een gegeven moment gewenst hebben, voelde ze zich nog niet minder schuldig, maar ik zag wel dat het haar opluchtte om hierin niet alleen te staan.

Al die weken tot aan de bevalling had ze niets meer kunnen doen dan op bed liggen en hopen dat het overgeven die dag beperkt zou blijven tot zo’n 5 à 10 keer in plaats van 70 à 80 keer. Elk slokje water dat ze binnen kon houden, was een kleine overwinning, maar elk slokje dat ze wel meteen weer uit spuugde, was een klap in haar gezicht. Van een vrolijke, levenslustige vrouw was zij veranderd in een zielig hoopje mens; haar woorden, niet de mijne.

Nee, ik vond haar juist helemaal geen zielig hoopje mens. Ik vond (en vind) haar nog steeds een van de sterkste vrouwen die ik ken. Want als je zelf HG ervaren hebt en weet hoe het voelt, dan weet je ook dat HG vrouwen doorzettingsvermogen hebben. Zeker vrouwen die een tweede of volgende zwangerschap aan durven te gaan. Ondanks dat je weet dat de kans op herhaling bij HG groot is, is je kinderwens zo groot dat je er toch voor wilt gaan. Dat je er een HG-zwangerschap voor over hebt om dat kindje ter wereld te laten komen. Dat is kracht. Dat is liefde. Onvoorwaardelijke liefde, zelfs al voordat het kindje überhaupt geboren is.

Dit doet overigens niets af van de kracht van vrouwen die hun gezinsgrootte wel laten bepalen door HG. Ik ken genoeg vrouwen die er bewust voor gekozen hebben om na één HG-zwangerschap dit niet nog een keer door te willen maken. Maar ook zij stappen bewust uit hun slachtofferrol door andere vrouwen met HG te helpen en dus toch elke keer weer geconfronteerd worden met de gevolgen van deze vreselijke ziekte.

Powervrouwen zijn het. Allemaal. Stuk voor stuk.