Tijdens coachingsconsulten vertellen moeders mij veel. Heel veel. En soms zitten er pittige uitspraken bij. Uitspraken waarbij je als moeder misschien denkt: oh eindelijk, ik ben dus niet de enige die dat heeft… Maar ook uitspraken die choquerend zijn, waarvan je moet huilen of juist ontzettend in een deuk ligt. Met toestemming van de moeders in kwestie mag ik vandaag een aantal van de leukste, mooiste, heftigste uitspraken met jullie delen.

Een zwangerschap en de periode erna, het jonge ouderschap, is niet altijd een roze wolk. De mythe van de roze wolk… verschrikkelijk… ik kan daar zo boos om worden. Zwanger zijn, moeder of vader zijn, het is gewoon niet altijd leuk. En zolang iedereen maar stug vast blijft houden aan dat “geniet er maar van, want ze zijn zo weer groot”, zal die mythe mooi in stand blijven. Ik ga hieronder echter echte uitspraken van echte mama’s geven, waaruit blijkt dat die roze zeepbel soms hard uit elkaar spat.

  • “Dat zwanger zijn, ik vind er geen klap aan!” Toen een tijd geleden een zwangere bij mij kwam en durfde te bekennen dat ze er eigenlijk helemaal niks aan vond, keek ze beschaamd. Alsof ze dat niet mocht voelen, want tja… wat zou de rest van de wereld er van denken of zeggen? Ze verdedigde zichzelf ook nog: “Ik weet het… ik moet blij zijn dat ik überhaupt zwanger ben!” Dat haar zwangerschap niet van een leien dakje was gegaan, vond ze er amper toe doen. Door de continue misselijkheid en het vele overgeven, de bekkeninstabiliteit, de pijn in haar spieren door het vele liggen op bed, was haar zwangerschap ook niet leuk. Ik vertelde haar dat ze niet de enige is die zich zo voelt, dat ik met regelmaat vrouwen spreek die er precies hetzelfde over denken. En dat voor deze vrouwen de liefde voor het kind wel aanwezig is en dat ze wel heel graag een kindje willen, maar dat ze alleen niet zwanger willen zijn. De wens om een kind te krijgen en de wens om zwanger te zijn, zijn twee heel verschillende dingen.
  • “Ik neem het mijn kind kwalijk dat ik zo’n traumatische bevalling heb gehad…” Ook dit is zo’n uitspraak waar een moeder zich voor schaamt. Terwijl dat helemaal niet nodig is. Een bevalling doet iets met een vrouw. In positieve zin, maar soms ook in negatieve zin. Ja, je krijgt er je kind door in handen, maar op het moment dat je lichamelijk gezien ‘kapot’ gaat door een bevalling (denk aan een knip, ingescheurd zijn, een keizersnede, etc), maakt je dat emotioneel soms ook een stukje ‘kapot’. En ook als er emotionele dingen gebeuren tijdens de bevalling (denk aan het verlies van controle, dat er over je gepraat wordt in plaats van met je, dat je het gevoel hebt dat je doodgaat, etc.) kan dat traumatisch zijn. Vaak zoeken we op dat moment naar een schuldige, iemand die het aan te rekenen is dat we ons zo voelen. En dat is een logische eerste reactie. Sommigen rekenen het de gynaecoloog of verloskundige aan die bepaalde dingen heeft gedaan of juist gelaten. Anderen verwijten hun partner dat die het leed niet kon verminderen. En weer anderen verwijten het hun kind. Want ja… als die er niet was geweest, was het allemaal niet gebeurd. Hoe iemand op een trauma reageert, weten we helaas niet van te voren. Wat door de een als traumatisch wordt ervaren, wordt dat door een ander niet. Wat ik vaak terug zie, is dat moeders begrip krijgen voor hun eigen reactie op het moment dat ze begrijpen waarom die is ontstaan. Vaak zijn deze moeders ook bang dat de band met hun kindje er onder lijdt of heeft geleden. De band met een kind, de hechting, is echter een continue proces. Het vindt niet alleen plaats net na die bevalling en gedurende het eerste jaar na de geboorte. De hechting begint al op het moment van het ontstaan van de kinderwens. En gedurende de zwangerschap zijn er ook al specifieke momenten van hechting. Doordat hechting een continue proces is, is er ook altijd weer een nieuw moment voor het aanhalen van de band, een moment om de hechting te bevorderen. Babymassage, huid-op-huid contact, (borst)voeding, samen douchen, samen praten en echt connectie maken kunnen dan helpen.
  • “Ik snakte naar een dagje vrij van haar en toen was ik eindelijk een dagje alleen en kon ik alleen maar aan haar denken…” Deze gedachte zal veel mama’s bekend voor komen. Je wilt zo graag weer wat tijd voor jezelf, even ontspannen, even geen mama hoeven zijn. En op het moment dat je je kleintje dan eindelijk een keer bij de oppas, het kinderdagverblijf, de gastouder of opa en oma hebt gebracht, kun je alleen maar de hele tijd aan die kleine denken. En zeker voor de mama’s die borstvoeding geven, want je borsten herinneren je er fysiek aan dat het tijd is voor een voeding. Dat je niet bij je kindje bent, wil niet zeggen dat er geen verbinding meer is tussen jou en je kleintje. Die band blijft bestaan. Alsof er een elastiekje tussen jouw hart en dat van je kleintje zit. Zodra je verder weg gaat van je kleintje, komt dat elastiekje wat meer onder spanning te staan, wat soms voelbaar is voor jou maar ook voor je kindje. Door die spanning word je aandacht toch weer regelmatig naar dat kleintje getrokken. Helemaal niet erg. Laat dat gevoel er maar lekker zijn. En mocht je dat gevoel niet hebben: ook niet erg! Bij de een is er sprake van een dikke post-elastiek die moeilijk uitrekt en de ander heeft juist een hele dunne, maar wel lange elastiek. Er is geen goed of fout! Er is alleen maar jouw manier van ouderschap, jouw band met je kindje. Uniek.
  • “Misschien was het beter geweest als ik geen moeder was geworden…” Jonge moeders en onzekerheid, het zijn twee dingen die echt bij elkaar horen. Je weet niet altijd of je het wel goed doet. Dat is ook niet vreemd, want steeds vaker hebben jonge stellen nog geen ervaring met baby’s en alles wat daar bij komt kijken. We leven veel zelfstandiger en individueler dan een paar generaties terug. ‘It takes a village to raise a child’ en wij hebben tegenwoordig vaak geen village meer waar we op terug kunnen vallen. En we missen daardoor vaak het voorbeeld van andere generaties (moeders, oma’s, tantes, zussen, etc) waaruit anders was gebleken hoe normaal sommige dingen zijn. Daar komt nog bij dat er steeds meer van jonge moeders gevraagd wordt. Naast het moederschap hebben ze vaak een baan, hobby’s, vrijwilligerswerk, vrienden, etc. Een heel druk bestaan. Is het dan vreemd als je je afvraagt of je dat allemaal wel trekt? Ik vind van niet. En met mij zijn er gelukkig heel veel mensen die zich wel eens afvragen hoe het zou zijn geweest als ze die kinderen niet hadden gehad. Als ik die moeders vraag of ze wel van hun kindjes houden, is het antwoord altijd volmondig JA! Maar toch dromen ook zij wel eens weg naar het land-zonder-kinderen. Zeker op het moment dat zo’n kleine weer eens een regeldag heeft en je geen idee hebt hoe je hem nu weer stil moet krijgen. Hoe meer ervaring je krijgt met je kindje, hoe makkelijker het wordt om hem te begrijpen. Durf om hulp te vragen als dat je nog niet lukt. Bij sommige vrouwen zijn dingen niet vanzelfsprekend en weten zij niet van nature. Je hoeft geen perfecte moeder te zijn. Maar door toe te geven dat je niet perfect bent en dat je hulp kunt gebruiken, kom je in mijn ogen wel aardig dichtbij.
  • “Mag ik hem nog terug stoppen!?!?” Buiten het feit dat me dat met een kindje van 3 maanden niet zo’n fijne ervaring lijkt, is hem terug stoppen meestal ook niet hetgeen waar vrouwen behoefte aan hebben. De mama die dit tegen me zei, was moe. Letterlijk moe, omdat ze al maandenlang maar een uur of 4-5 per dag had geslapen. Maar ook figuurlijk moe. Emotioneel moe. Omdat ze niet meer wist wat ze nog meer kon doen. Omdat ze haar kindje niet begreep. Omdat ze er doorheen zat en van frustratie en vermoeidheid alleen nog maar kon huilen, huilen en nog eens huilen. Deze moeder wilde niet af van haar kindje. Ze wilde alleen ook niet af van zichzelf. En dat was nu precies wat er gebeurd was: ze kende zichzelf niet meer. Ze was een verdrietige vrouw geworden, die uit frustratie dan maar haar kind liet huilen, want ze trok het niet meer. Gelukkig konden we samen de gebruiksaanwijzing van haar kindje gaan schrijven en kon ze in overleg met haar partner en haar ouders even een nachtje bijtanken. Natuurlijk was dat nog niet voldoende om al die vermoeidheid weg te krijgen. Maar het gaf haar wel weer de moed om door te gaan. Om te knokken voor haar kind, maar ook voor zichzelf. Haar kind was belangrijk, maar zij zelf ook.

Wat voor uitspraken heb jij allemaal gedaan tijdens de zwangerschap en daarna? Hoe heb jij die periode beleefd?